Meer over het kwik in spaarlampen
In spaarlampen zit kwik. Is dit gevaarlijk voor de mens?
Spaarlampen bevatten een kleine hoeveelheid kwik: gemiddeld 4 mg (www.eup4light.net). De spaarlampen mogen momenteel maximum 5 mg kwik bevatten conform de bepalingen van de Europese RoHS (Restriction of Hazardous Substances ofwel beperking van gevaarlijke stoffen) wetgeving (richtlijn 2002/95/EC). De Europese wetgeving wordt op basis van technologische vooruitgang regelmatig herzien. De toegelaten hoeveelheid van 5 mg zal daardoor binnenkort aangepast worden. Wel is er een minimale hoeveelheid kwik nodig om de energie-efficiëntie van de spaarlampen te verzekeren.
Kwik is een giftige stof, zelfs bij lage dosis. Het inademen van kwikdamp kan bepaalde symptomen veroorzaken zoals slapeloosheid, geheugenverlies, hoofdpijn. Kwik kan ook nadelige effecten hebben voor de nieren, de schildklier en het hart. Het is een neurotoxine dat vooral schadelijk is voor het zich ontwikkelende zenuwstelsel van embryo’s en jonge kinderen: kwik passeert immers gemakkelijk doorheen de placenta en kan misvormingen van het zenuwstelsel veroorzaken. Daarom moeten zwangere vrouwen opletten dat ze zich niet blootstellen aan kwik.
Wanneer een spaarlamp in goede staat is, kan het kwik niet ontsnappen. Als een spaarlamp breekt, moet men echter voorzorgsmaatregelen nemen (zie verder).
Is het kwik in spaarlampen gevaarlijk voor het milieu?
Met het verbod op gloeilampen zal er meer kwik gebruikt worden voor de productie van spaarlampen. Dit kwik kan na gebruik in het milieu terecht komen. Kwik en kwikverbindingen zijn schadelijk voor ecosystemen en wilde dieren. Bacteriën kunnen elementair kwik omzetten in methylkwik, dat zich kan opstapelen in organismen (dit heet bio-accumulatie). Dieren die hoger in de voedselketen staan, kunnen zo een hoge concentratie aan methylkwik opstapelen, vooral in het aquatische milieu. Methylkwik is een bekend neurotoxisch vergif, dat ernstige schadelijke effecten kan hebben, in het bijzonder op het zich ontwikkelende zenuwstelsel. Mensen kunnen methylkwik opnemen via het voedsel (vooral vis).
De verwachte hoeveelheid kwik in spaarlampen voor huishoudelijk gebruik kan als volgt worden geschat: 4 mg x 200 106 huishoudens in de Europese Unie x 20 spaarlampen gemiddeld per huishouden = 16 ton. Verondersteld dat de gemiddelde levensduur per spaarlamp 5 jaar is, zou dit 3,2 ton bijkomend verbruik van kwik per jaar geven (waarvan een gedeelte wordt gerecycleerd). Ter vergelijking: het totale jaarlijkse kwikverbruik (batterijen, chemische industrie, …) in Europa wordt geschat tussen 320 en 530 ton.
Door kapotte of gebroken spaarlampen naar de juiste inzamelplaatsen te brengen in plaats van in de vuilbak bij het restafval helpt u om te voorkomen dat kwik vrijkomt in het milieu. Spaarlampen behoren immers tot het “klein gevaarlijk afval” en kunnen worden gerecycleerd.
De besparing in de elektrische energie die spaarlampen met zich meebrengen zal er voor zorgen dat de kwikemissies bij de elektriciteitsproductie uit steenkool in Europa afnemen. Zelfs rekening houdend met het feit dat spaarlampen een kleine hoeveelheid kwik bevatten, zal de totale hoeveelheid van kwikemissies afnemen door de vervanging van gloeilampen door alternatieve lampen.
Wat moet ik doen als een spaarlamp niet meer werkt?
Breek de lamp niet en gooi een defecte lamp niet weg met het huisvuil; deze lampen bevatten immers een kleine hoeveelheid kwik en dienen dus beschouwd te worden als “klein gevaarlijk afval”. Breng defecte lampen daarom naar de winkel (www.recupel.be) of het containerpark zodat vermeden wordt dat er kwik in het milieu terechtkomt.
In het kader van de nieuwe ecodesign-wetgeving is er voorzien dat de hoeveelheid kwik moet meegedeeld worden op de verpakking. Op de verpakking moet een verwijzing aanwezig zijn naar de website die men kan consulteren om te weten wat te doen wanneer een spaarlamp breekt.
Wat moet ik doen als een spaarlamp breekt?
Wanneer een brandende lamp breekt, komt er kwikdamp vrij in de woning, terwijl het kwik zich bij een niet brandende lamp voornamelijk onder de vorm van druppeltjes verspreidt. Deze druppeltjes verdampen geleidelijk aan bij kamertemperatuur. Daardoor is het mogelijk dat de bewoners tijdelijk kwikdamp inademen. Wanneer één spaarlamp breekt, kan de concentratie aan kwik in de lucht vaak 0,3 microgram per kubieke meter (µg/m3) bedragen gedurende een lange tijd, met pieken van meer dan 25 µg/m3, soms meer dan 50 µg/m3, en occasioneel meer dan 100 µg/m3 (ter hoogte van de grond).
Voor een acute (d.w.z. kortstondige) blootstelling aan kwikdampen, zoals het geval is bij het breken van een spaarlamp, bestaan er geen wettelijke normen. In de literatuur worden significante schadelijke effecten gemeld bij een acute blootstelling vanaf 1-3 mg/m3. Er bestaan wel referenties voor de blootstelling op langere termijn. Wanneer we in het bijzonder naar de Belgische wetgeving kijken voor de bescherming van werknemers, is de maximaal toegelaten concentratie in de lucht 25 µg/m3 (voor 8 uur per dag, 40 uur per week). De aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) voor de algemene bevolking variëren tussen 0,2 en 1 µg/m3.
Als men de concentratie kwikdampen in de lucht als gevolg van een gebroken spaarlamp vergelijkt met de aanbevelingen van de WGO en de officiële norm voor de bescherming van werknemers, kan men besluiten dat er enkel een beperkt risico is voor de algemene bevolking in het geval van een langdurige blootstelling. Die kan ontstaan wanneer een spaarlamp breekt en men deze niet op gepaste wijze verwijdert of wanneer er meerdere spaarlampen tegelijk breken. Het risico is groter voor kinderen en zwangere vrouwen: het is raadzaam om hen onmiddellijk uit de vervuilde kamer te brengen.
Kwik blijft een noodzakelijk onderdeel van de fluorescerende laag in de spaarlampen. De wettelijke norm ligt anno 2013 op 5 milligram kwik per buislamp. Dit zou in het jaar 2014 moeten dalen naar 2,5 milligram per buislamp. Dit is veel lager dan in de TL-buislampen uit de beginjaren. Technologische vernieuwing moet er echter voor zorgen in de toekomst dat het kwikgehalte nog verder zal zakken naar hooguit 1,23 milligram.
Bijgevolg raadt men aan om, wanneer er een spaarlamp breekt, de volgende instructies te volgen om de duur van de blootstelling aan kwik te beperken en om het afval te verwijderen:
- Houdt andere personen en huisdieren uit de kamer zolang u niet klaar bent met opruimen.
- Verlucht en verlaat de kamer gedurende 15 minuten voordat u begint met schoonmaken.
- Draag rubberen handschoenen om u te beschermen tegen glasscherven.
- Verzamel alle brokstukken in een hermetisch gesloten recipiënt, bij voorkeur een glazen bokaal met een metalen deksel.
- De kleinste brokstukken en het stof kunnen verwijderd worden met behulp van zelfklevende tape. Daarna moet de plaats schoongemaakt worden met een vochtig stuk keukenrol om het fijnste stof te verwijderen.
- Gebruik nooit een stofzuiger om de restanten van een gebroken spaarlamp te verwijderen. Zo verspreidt u immers de kwikdampen en het stof doorheen de kamer, en de stofzuiger kan eventueel ook vervuild worden.
- Het afval, inclusief de handschoenen, gaan mee in het recipiënt. Breng dit naar de gepaste verzamelplaats (www.recupel.be).
- Verlucht de kamer daarna nog gedurende enkele uren.
- Wanneer er stukken van de lamp op een tapijt zijn gevallen, volg dan de instructies zoals hierboven. Open bij de volgende schoonmaakbeurt het raam wanneer u stofzuigt, en dit enkele keren nadien. Door een goede verluchting voorkomt u het inhaleren van de kwikdampen.
Volgens een recente studie (2011) blijft het vrijgekomen kwik 10 tot weken lang in de lucht hangen. Het kwik zou worden geabsorbeerd door tapijten en gordijnen. In een slecht verluchte ruimte kan de vrijgekomen hoeveelheid kwik daardoor de gezondheid schaden. Meer over verlichting en het effect ervan op onze gezondheid.
Bron: Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid
Gevaar van kwik in spaarlampen beperkt.
Nu er met de afschaffing van de gloeilampen meer en meer spaarlampen worden gekocht, wordt ook door verschillende instanties aan de alarmbel getrokken die willen waarschuwen voor het gevaar aan vergiftiging door het kwik in spaarlampen. Het Wetenschappelijk Comité voor gezondheid en omgevingsrisico (SCHER) van de Europese Commissie is echter van mening dat het risico op kwikvergiftiging door spaarlampen beperkt is.
Als een lamp breekt, hoef je niet noodzakelijk schrik te hebben. SCHER acht de vrijgekomen hoeveelheid kwik te laag om gezondheidsproblemen te veroorzaken. Kinderen hebben wel iets meer kans om er hinder van te ondervinden, omdat kwik op voorwerpen in de kamer kan neerkomen en kinderen via de vingers in de mond of via het speelgoed kleine deeltjes kwik kunnen opnemen. Hoezeer dit een risico vormt, moet nog verder onderzocht worden.
Kwik verlaat ook het lichaam. Ongeveer de helft van het opgenomen kwik zal na ongeveer 60 dagen het lichaam weer verlaten hebben. Dit gebeurd via de urine en de stoelgang en een beetje via de talkklieren in de huid en door te zweten.
Spaarlampen zonder kwik?
Lees volgend artikel om meer te weten te komen over spaarlampen met een sterk verminderde hoeveelheid kwik: Spaarlampen zonder kwik?